NT2 en Alfa
  • Home
  • De alfacursist
    • Kenmerken van de alfacursist
    • Didactische uitgangspunten >
      • Geheugen en concentratie >
        • Persoonlijk
        • Associëren
        • Speciaal
        • Herhalen
        • Aantrekkelijk
  • (Alfa) NT2-verwerving
    • Historiek
    • Mondelinge vaardigheden >
      • TPR
      • TPRS
      • Story Listening
      • Storytelling
      • Suggestopedia
      • Riedelen en zingen >
        • zingen
        • liedjes
      • DILIT
      • Luisteren
    • Schriftelijke vaardigheden >
      • Lees- en schrijfvoorwaarden
      • Technisch lezen en schrijven >
        • Technisch lezen en schrijven vervolg
        • alternatieve dictee-werkvormen
      • Functioneel lezen en schrijven
      • Leesplezier >
        • ralfi-lezen
        • Dilitlezen
        • theaterlezen en andere werkvormen
        • leeskilometers maken
      • Boeken >
        • Het leesmoment
        • Lees mee!
        • Leesmoment voor jongeren
    • Woordenschat
    • Grammatica
  • Vraagbaak
  • Navormingen
  • Blog
  • over / contact

Vragen dobbelen

8/8/2015

0 Reacties

 
De cursisten lezen een verhaal (eventueel als huistaak thuis laten lezen). Daarna wordt er over dit verhaal gesproken a.d.h.v. de vragendobbelsteen.
De vragendobbelsteen is een pocketcube waarbij je in de vakjes kaarten steekt met daarop de vraagwoorden 'wie, wat, waar, wanneer, hoe en waarom'.
Foto
Cursisten gooien de dobbelsteen naar elkaar. De cursist die de dobbelsteen vangt, maakt een vraag met het vraagwoord dat in het bovenste vak van de dobbelsteen ligt. Deze vraagt gaat uiteraard over het verhaal dat ze gelezen hebben. Wanneer deze vraag beantwoord is, wordt de dobbelsteen naar een volgende cursist gegooid.
Door vragen over het verhaal te verzinnen, gaan de cursisten sowieso nadenken over het verhaal - meer nog zelfs dan enkel door vragen die jij zelf stelt te beantwoorden. Aanvankelijk stellen ze 'gemakkelijke' en de meest voor de hand liggende vragen, maar daarna wordt het steeds moeilijker. Soms maken ze ook vragen waarop het antwoord niet meteen in de tekst terug te vinden is, en sporen ze de andere cursisten dan aan om te fantaseren. Dit ga ik zeker niet ontmoedigen, integendeel zelfs. op zo'n moment zie je meteen wie zich kan inleven in een tekst en wie niet.
Wil je de oefening extra moeilijk maken? Dan kan je werken met 2 dobbelstenen. In de vakjes van de 2de pocketcube zitten dan kaarten met daarop de woorden 'is, heeft, moet, kan, wil en mag'. In dat geval moeten de cursisten een vraag maken met de combinatie van het vraagwoord én het woord die in de bovenste vakjes van de dobbelstenen liggen.

0 Reacties

Uw commentaar zal worden geplaatst nadat het is goedgekeurd.


Laat een antwoord achter.

    Foto

    Wil jij zelf ook ...?

    ... een vraag stellen? Een interessante navorming melden? Een oproep doen naar collega's?
    ​
    Dat kan! 
    Klik rechts op de rode balk en vul het formulier in. Alvast bedankt!

    RSS-feed

Foto
NT2 en Alfa
Janique Vanderstocken
​E-mail: janique.vanderstocken@gmail.com