Elk schooljaar starten er cursisten die al heel wat Nederlands kennen, maar dit niet op school leerden. Net omdat zij geen echte beginners zijn, komen deze cursisten meestal in een hogere module terecht. Vaak ondervinden ze dan problemen omdat ze heel veel woorden en uitdrukkingen toch niet blijken te kennen. Woorden en uitdrukkingen die te maken hebben met schools leren (denk aan woorden zoals bordveger, krijt, pagina… of instructietaal zoals omcirkel, doorstreep, draai je blad om…). |
Al deze dingen komen in hogere modules niet meer aan bod omdat ze verondersteld worden gekend te zijn (ze worden immers aangebracht in de eerste module(s).
Dit probleem kan je oplossen door aan deze cursisten één of twee voorbereidende lessen (voor de start van hun respectievelijke modules) te geven. In die lessen kan de "typische schoolse woordenschat" en instructietaal makkelijk worden aangebracht. Hierdoor kunnen veel problemen voor deze cursisten voorkomen worden en zijn ze meteen mee met de groep. Hieronder vind je een voorbereidende les op een cursus NT2 voor cursisten die al wat Nederlands kennen, maar dit niet in een schoolse omgeving hebben geleerd.
Dit probleem kan je oplossen door aan deze cursisten één of twee voorbereidende lessen (voor de start van hun respectievelijke modules) te geven. In die lessen kan de "typische schoolse woordenschat" en instructietaal makkelijk worden aangebracht. Hierdoor kunnen veel problemen voor deze cursisten voorkomen worden en zijn ze meteen mee met de groep. Hieronder vind je een voorbereidende les op een cursus NT2 voor cursisten die al wat Nederlands kennen, maar dit niet in een schoolse omgeving hebben geleerd.
![]()
| ![]()
|