Een leuke manier om na te gaan welke woorden je cursisten onthouden hebben (nadat je rond een bepaald thema hebt gewerkt), is een woorden-estafette houden.
Je deelt je klas hiervoor in 2 groepen. Je maakt 2 kolommen op het bord, bovenaan het bord schrijf je het thema en je geeft aan elke groep een kleurkrijt (of kleurstift indien je met een whiteboard werkt).
Op jouw startsein loopt er van elke groep een cursist naar het bord. Ze schrijven 1 woord, dat te maken heeft met dit thema, in hun kolom en daarna lopen ze zo snel mogelijk terug naar hun groep om de stift door te geven aan te volgende cursist die dan een woord op het bord gaat schrijven.
Welke groep vindt de meeste woorden? Wie schrijft het minste fouten? Woorden die in beide kolommen staan, tellen niet mee (tenzij het woord in de ene kolom foutloos geschreven staat en in de andere niet).
Deze oefening is uiteraard niet geschikt voor cursisten van alfa 1.1. Maar in een alfa 1.2 (of in een groep met gealfabetiseerde cursisten) kan je dit zeker uitproberen. Ambiance!
Je deelt je klas hiervoor in 2 groepen. Je maakt 2 kolommen op het bord, bovenaan het bord schrijf je het thema en je geeft aan elke groep een kleurkrijt (of kleurstift indien je met een whiteboard werkt).
Op jouw startsein loopt er van elke groep een cursist naar het bord. Ze schrijven 1 woord, dat te maken heeft met dit thema, in hun kolom en daarna lopen ze zo snel mogelijk terug naar hun groep om de stift door te geven aan te volgende cursist die dan een woord op het bord gaat schrijven.
Welke groep vindt de meeste woorden? Wie schrijft het minste fouten? Woorden die in beide kolommen staan, tellen niet mee (tenzij het woord in de ene kolom foutloos geschreven staat en in de andere niet).
Deze oefening is uiteraard niet geschikt voor cursisten van alfa 1.1. Maar in een alfa 1.2 (of in een groep met gealfabetiseerde cursisten) kan je dit zeker uitproberen. Ambiance!