Oefenen van vloeiend lezen met de RALFI-aanpak
Er bestaan verschillende manieren om te werken aan leesvlotheid en leesplezier.
Een aanpak waarmee ik vaak goede resultaten heb, is RALFI-lezen. Ik leerde de werkvorm kennen in 2012 toen ik op het Lescongres een workshop volgde bij Ewout Oudijk. Ik stond eerst vrij sceptisch tegenover deze aanpak, maar nadat ik het een paar keer uitprobeerde moest ik toch toegeven dat het echt werkt.
RALFI staat voor:
Een aanpak waarmee ik vaak goede resultaten heb, is RALFI-lezen. Ik leerde de werkvorm kennen in 2012 toen ik op het Lescongres een workshop volgde bij Ewout Oudijk. Ik stond eerst vrij sceptisch tegenover deze aanpak, maar nadat ik het een paar keer uitprobeerde moest ik toch toegeven dat het echt werkt.
RALFI staat voor:
- Repeated
- Assisted
- Level
- Feedback
- Interactie
Repeated
Hetzelfde stukje tekst wordt meerdere keren gelezen. En met meerdere keren bedoel ik echt méérdere keren!
Denk aan de partituur die je krijgt in de muziekschool. De melodie op die partituur zal je ook moeten spelen en nog eens spelen en nog eens spelen ... vooraleer je ze echt vlot kan spelen. Dit is niet anders met een tekst. Telkens opnieuw lezen om vlotheid te bekomen, is de boodschap.
Ik laat de tekst ook vaak op verschillende manieren lezen: traag, stil, zingend, fluisterend, ... Ik heb al gemerkt dat cursisten nauwkeuriger lezen wanneer ze dit op een "andere" manier moeten doen.
Denk aan de partituur die je krijgt in de muziekschool. De melodie op die partituur zal je ook moeten spelen en nog eens spelen en nog eens spelen ... vooraleer je ze echt vlot kan spelen. Dit is niet anders met een tekst. Telkens opnieuw lezen om vlotheid te bekomen, is de boodschap.
Ik laat de tekst ook vaak op verschillende manieren lezen: traag, stil, zingend, fluisterend, ... Ik heb al gemerkt dat cursisten nauwkeuriger lezen wanneer ze dit op een "andere" manier moeten doen.
Assisted
Ik lees de tekst eerst meerdere keren (4 à 5 keer) zelf voor en dit op een normaal tempo. De cursisten lezen in stilte mee en volgen met hun vinger of een leeslatje. Ik sta er echt op dat ze dit doen, omdat ik op die manier gemakkelijk kan zien of iedereen op de juiste plaats 'meeleest'. Sommige cursisten vinden dit eerst niet leuk. Maar als je hen goed uitlegt waarom je dat vraagt, dan doen ze dit uiteindelijk wel zonder problemen.
Na het voorlezen lezen de cursisten een eerste keer de tekst zelf in stilte - enkel lezen, niets meer. Een tweede keer dat zij de tekst in stilte lezen, onderstrepen ze de moeilijke woorden. Dit kunnen woorden zijn die ze niet begrijpen of woorden die ze niet kunnen lezen.
Na die 2de leesbeurt overloop ik de woorden die zij onderstreept hebben. Ik sta stil bij de 'moeilijk te lezen woorden' in de tekst en ik schrijf ze eventueel op het bord. Zijn het woorden met clusters, dan geef ik nog een paar voorbeelden van woorden met dezelfde cluster. Zijn het lange woorden, dan splits ik het woord op in stukken. Of ik maak er een op-en-aflopend rijtje van - een tip die ik van mijn collega Dirk Stellamans kreeg. Een voorbeeld van zo'n rijtje is:
vuil
vuilnis
vuilnisman
vuilnismannen
vuilnisman
vuilnis
vuil
Op die manier leren de cursisten dat lange woorden vaak bestaan uit korte stukken die ze wel makkelijk kunnen lezen.
Ik lees de tekst nog een laatste keer zelf voor en geef daarna een aantal zoekopdrachten in de tekst. Dit zijn de moeilijke woorden van daarnet die ze zo snel mogelijk moeten terugvinden in de tekst.
Op dit moment hebben de cursisten de tekst tot nog toe zo al een 10-tal keer gelezen (zoekopdrachten incluis)!
Vervolgens gaan we over tot koorlezen. Ik lees de tekst hardop - niet te snel, niet te traag - de cursisten lezen allemaal hardop mee. Ik tel eerst af - drie, twee, een, start! - en dan beginnen we te lezen. Ook dit koorlezen gebeurt weer meerdere keren. Koorlezen is belangrijk omdat dit de schaamte wegneemt voor cursisten met leesangst.
Dan wordt de tekst in groepen gelezen. Vanaf dan lees ik niet meer mee. Het aantal cursisten dat samen leest, hangt af van de cursisten die lezen. Hoe zwakker de cursisten, hoe meer lezers er in het groepje zitten.
Geleidelijk aan worden de groepjes kleiner tot de cursisten uiteindelijk duo-lezen. Enkel wie graag leest, mag daarna ook een stukje individueel lezen maar ik verplicht niemand hiertoe. Enerzijds vergroot je daarmee de mogelijke leesangst van cursisten, waardoor ze weer minder zullen lezen. Anderzijds is de kans zeer klein dat onze cursisten in het dagelijkse leven ook een tekst hardop zullen moeten voorlezen. Waarom hen daartoe dan verplichten in de klas? Mij is het vooral te doen om vlotheid in het lezen te bekomen.
Na het voorlezen lezen de cursisten een eerste keer de tekst zelf in stilte - enkel lezen, niets meer. Een tweede keer dat zij de tekst in stilte lezen, onderstrepen ze de moeilijke woorden. Dit kunnen woorden zijn die ze niet begrijpen of woorden die ze niet kunnen lezen.
Na die 2de leesbeurt overloop ik de woorden die zij onderstreept hebben. Ik sta stil bij de 'moeilijk te lezen woorden' in de tekst en ik schrijf ze eventueel op het bord. Zijn het woorden met clusters, dan geef ik nog een paar voorbeelden van woorden met dezelfde cluster. Zijn het lange woorden, dan splits ik het woord op in stukken. Of ik maak er een op-en-aflopend rijtje van - een tip die ik van mijn collega Dirk Stellamans kreeg. Een voorbeeld van zo'n rijtje is:
vuil
vuilnis
vuilnisman
vuilnismannen
vuilnisman
vuilnis
vuil
Op die manier leren de cursisten dat lange woorden vaak bestaan uit korte stukken die ze wel makkelijk kunnen lezen.
Ik lees de tekst nog een laatste keer zelf voor en geef daarna een aantal zoekopdrachten in de tekst. Dit zijn de moeilijke woorden van daarnet die ze zo snel mogelijk moeten terugvinden in de tekst.
Op dit moment hebben de cursisten de tekst tot nog toe zo al een 10-tal keer gelezen (zoekopdrachten incluis)!
Vervolgens gaan we over tot koorlezen. Ik lees de tekst hardop - niet te snel, niet te traag - de cursisten lezen allemaal hardop mee. Ik tel eerst af - drie, twee, een, start! - en dan beginnen we te lezen. Ook dit koorlezen gebeurt weer meerdere keren. Koorlezen is belangrijk omdat dit de schaamte wegneemt voor cursisten met leesangst.
Dan wordt de tekst in groepen gelezen. Vanaf dan lees ik niet meer mee. Het aantal cursisten dat samen leest, hangt af van de cursisten die lezen. Hoe zwakker de cursisten, hoe meer lezers er in het groepje zitten.
Geleidelijk aan worden de groepjes kleiner tot de cursisten uiteindelijk duo-lezen. Enkel wie graag leest, mag daarna ook een stukje individueel lezen maar ik verplicht niemand hiertoe. Enerzijds vergroot je daarmee de mogelijke leesangst van cursisten, waardoor ze weer minder zullen lezen. Anderzijds is de kans zeer klein dat onze cursisten in het dagelijkse leven ook een tekst hardop zullen moeten voorlezen. Waarom hen daartoe dan verplichten in de klas? Mij is het vooral te doen om vlotheid in het lezen te bekomen.
Level
De teksten waarmee ik werk zijn aangepast aan het niveau van de cursisten en eventueel nét iets hoger (maar zeker niet lager).
Als ik echter merk dat het lezen té moeizaam verloopt, ga ik ervan uit dat dit aan de keuze van mijn tekst ligt en niet aan de cursisten.
Als ik echter merk dat het lezen té moeizaam verloopt, ga ik ervan uit dat dit aan de keuze van mijn tekst ligt en niet aan de cursisten.
Feedback
Enkel ik corrigeer (de cursisten doen dit niet - daar ben ik vrij streng op) en ik probeer dat altijd zo neutraal mogelijk te doen. Ik wijs het fout gelezen woord meteen na het lezen aan en herhaal het correct. Ik laat vanaf het fout gelezen woord verder lezen. De zin wordt dus niet helemaal opnieuw gelezen, dit om demotivatie te voorkomen.
Wanneer de cursisten haperen, dan lees ik het woord meteen zelf zodat ze moeiteloos kunnen verder lezen.
Mijn feedback na het lezen is sowieso ALTIJD positief. Dit is heel belangrijk. De cursisten moeten het lezen als een succeservaring beschouwen. Is het lezen te moeizaam verlopen, dan zeg ik aan mijn cursisten dat dit aan mijn tekst ligt en niet aan hen. In dat geval leg ik de tekst ook meteen weg en neem ik een andere die meer aansluit bij het leesniveau van mijn groep.
Wanneer de cursisten haperen, dan lees ik het woord meteen zelf zodat ze moeiteloos kunnen verder lezen.
Mijn feedback na het lezen is sowieso ALTIJD positief. Dit is heel belangrijk. De cursisten moeten het lezen als een succeservaring beschouwen. Is het lezen te moeizaam verlopen, dan zeg ik aan mijn cursisten dat dit aan mijn tekst ligt en niet aan hen. In dat geval leg ik de tekst ook meteen weg en neem ik een andere die meer aansluit bij het leesniveau van mijn groep.
Interactie
ik begin altijd met een gesprek over de tekst. Dit kan a.d.h.v. een foto zijn (voorspellend lezen).
Wanneer ik de tekst een eerste keer voorgelezen heb, stel ik een aantal open vragen bij de tekst. Waar mogelijk laat ik de cursisten ook hun mening verwoorden, dit om de betrokkenheid bij de tekst te vergroten.
Ik vind het belangrijk dat de tekst de cursisten kan boeien, zodat ze gemotiveerd zijn om verder te lezen.
Wanneer ik de tekst een eerste keer voorgelezen heb, stel ik een aantal open vragen bij de tekst. Waar mogelijk laat ik de cursisten ook hun mening verwoorden, dit om de betrokkenheid bij de tekst te vergroten.
Ik vind het belangrijk dat de tekst de cursisten kan boeien, zodat ze gemotiveerd zijn om verder te lezen.
|
In het filmpje hieronder zie je een leerkracht uit het basisonderwijs aan het werk met deze aanpak kinderen.
Bron: https://www.leraar24.nl/video/2617#tab=0