Alternatieve dicteevormen
Ik ben absoluut geen voorstander van de klassieke dictees zoals we die kregen op school.
Enerzijds vind ik schrijven voor onze cursisten (en daarmee bedoel ik de laaggeschoolde of analfabete cursisten) een minder belangrijke vaardigheid dan lezen (tenzij het gaat om functioneel schrijven, uiteraard). De kans dat zij een (verhalende) tekst moeten schrijven die door derden moet gelezen worden, is immers zeer klein. Anderzijds verloopt een "klassiek dictee" bij mij altijd zeer chaotisch. De sterkere en/of snellere cursisten vragen al naar het volgende woord op het moment dat de minder goede schrijvers amper een letter geschreven hebben. Deze laatsten willen ook voortdurend dat ik het woord (en zelfs de voorafgaande woorden) nog eens herhaal. Velen spieken ook tijdens het dictee, waardoor je als leerkracht uiteindelijk geen correct beeld meer hebt op wat je cursisten nu uiteindelijk kunnen.
Om die reden geef ik zeer weinig dictees en als het dan eens aan bod komt, dan liefst in de vorm van een woord-voor-woord-dictee.
Enerzijds vind ik schrijven voor onze cursisten (en daarmee bedoel ik de laaggeschoolde of analfabete cursisten) een minder belangrijke vaardigheid dan lezen (tenzij het gaat om functioneel schrijven, uiteraard). De kans dat zij een (verhalende) tekst moeten schrijven die door derden moet gelezen worden, is immers zeer klein. Anderzijds verloopt een "klassiek dictee" bij mij altijd zeer chaotisch. De sterkere en/of snellere cursisten vragen al naar het volgende woord op het moment dat de minder goede schrijvers amper een letter geschreven hebben. Deze laatsten willen ook voortdurend dat ik het woord (en zelfs de voorafgaande woorden) nog eens herhaal. Velen spieken ook tijdens het dictee, waardoor je als leerkracht uiteindelijk geen correct beeld meer hebt op wat je cursisten nu uiteindelijk kunnen.
Om die reden geef ik zeer weinig dictees en als het dan eens aan bod komt, dan liefst in de vorm van een woord-voor-woord-dictee.
Woord-voor-woord-dictee
De cursisten schrijven met een lumocolorstift een opgegeven woord op hun (gelamineerde) dicteekaart. Van zodra ze het woord geschreven hebben, steken ze hun kaart omhoog. Is het woord juist, dan geef je een teken dat ze het weg mogen vegen. Is het niet juist, dan moeten ze het woord opnieuw schrijven. Pas wanneer iedereen het juiste woord geschreven heeft, wordt een volgend woord gedicteerd.
Flitsdictee met bovenstaande kaart
Je toont gedurende een paar seconden een flitswoord. De cursisten schrijven met lumocolorstift het woord op hun dicteekaart. Na een teken van jou (indien het woord juist is), vegen ze het woord weg en schrijven ze het volgende woord dat getoond wordt. Deze oefening is minder geschikt voor een grote groep.
Eventueel kan je ervoor kiezen om slechts aan een deel van de groep de flitswoorden te tonen. De sterkere cursisten moeten dan het woord schrijven zonder het vooraf te zien.
Eventueel kan je ervoor kiezen om slechts aan een deel van de groep de flitswoorden te tonen. De sterkere cursisten moeten dan het woord schrijven zonder het vooraf te zien.
Hoeveel woorden hoor je?
De cursisten nemen hun "Hoeveel-woorden-hoor-je-kaart" en een luisterkaartje.
Je dicteert een zin (alle klanken in de woorden van die zin zijn gekend). De cursisten luisteren naar het aantal woorden in die zin. Je herhaalt de zin meermaals. Wanneer de cursisten zeker zijn van het aantal woorden dat ze gehoord hebben, leggen ze hun luisterkaartje op het getal dat overeenkomt met het aantal woorden in die zin.
Je dicteert een zin (alle klanken in de woorden van die zin zijn gekend). De cursisten luisteren naar het aantal woorden in die zin. Je herhaalt de zin meermaals. Wanneer de cursisten zeker zijn van het aantal woorden dat ze gehoord hebben, leggen ze hun luisterkaartje op het getal dat overeenkomt met het aantal woorden in die zin.
Voorbeeld: Je zegt een paar keer de zin "De gom ligt op het rek", tot de cursisten gehoord hebben dat deze zin 6 woorden heeft.
Je schrijft de getallen van 1 tot 6 op het bord (met voldoende afstand ertussen). Vervolgens overloop je alle woorden uit de zin een eerste keer als volgt: "Op welk nummer hoor je 'ligt'? En op welk nummer hoor je 'het'? Waar hoor je 'rek'? ...". Indien dit niet zo vlot gaat, aarzel dan niet om de woorden een 2de keer te overlopen. Daarna overloop je alle woorden een tweede keer, maar deze keer op de volgende manier: "Welk woord hoor je op nummer 3? En welk woord hoor je op nummer 5? ...". Ook hier geldt dat je dit gerust nog een keer mag doen als het niet vlot gaat. Tussendoor herhaal je ook de zin verschillende keren zodat de cursisten telkens opnieuw kunnen luisteren.
Wanneer alle woorden voldoende aan bod gekomen zijn, laat je de cursisten de zin schrijven. Je wijst er nog eens op dat ze 6 woorden moeten schrijven.
Je schrijft de getallen van 1 tot 6 op het bord (met voldoende afstand ertussen). Vervolgens overloop je alle woorden uit de zin een eerste keer als volgt: "Op welk nummer hoor je 'ligt'? En op welk nummer hoor je 'het'? Waar hoor je 'rek'? ...". Indien dit niet zo vlot gaat, aarzel dan niet om de woorden een 2de keer te overlopen. Daarna overloop je alle woorden een tweede keer, maar deze keer op de volgende manier: "Welk woord hoor je op nummer 3? En welk woord hoor je op nummer 5? ...". Ook hier geldt dat je dit gerust nog een keer mag doen als het niet vlot gaat. Tussendoor herhaal je ook de zin verschillende keren zodat de cursisten telkens opnieuw kunnen luisteren.
Wanneer alle woorden voldoende aan bod gekomen zijn, laat je de cursisten de zin schrijven. Je wijst er nog eens op dat ze 6 woorden moeten schrijven.
Running Dictation
Dit is een werkvorm die ik zéér graag gebruik. En niet alleen ik, ook de cursisten zijn meestal heel enthousiast en vooral actief bezig.
Hoe ga je nu te werk bij 'running dictation'?
Hoe ga je nu te werk bij 'running dictation'?
Je verdeelt de klas in duo's, waarbij je er op let dat er telkens 2 cursisten van min of meer hetzelfde niveau samenwerken.
Elk duo heeft een 'runner' (de dicterende partner) en een 'writer' (de schrijvende partner). Alle writers gaan aan een tafel achteraan in de klas zitten. De runners gaan naar het bord (of waar hun dictee hangt of ligt) en lezen een woord of zin van hun dictee in stilte. Vervolgens gaan ze naar de writers achteraan in de klas en dicteren ze het woord of de zin aan hun partner. Ze mogen in geen geval zelf het woord of de zin neerschrijven. Het is de bedoeling dat ze het dicteren aan de writer die het dan correct moet schrijven. Indien er een fout geschreven wordt, moet de runner aangeven welke letter er fout is en door welke letter de writer deze moet vervangen. De runner blijft heen en weer lopen tot het volledige dictee correct genoteerd is. |
Vooraf heb jij voor elk duo een blad met de te dicteren woorden of zinnen klaargemaakt. Deze woorden of zinnen zijn als het ware op maat van het duo gemaakt. De zwakste cursisten kunnen dus een dictee krijgen met enkel (een beperkt aantal) kernwoorden, de sterkste cursisten kunnen een dictee krijgen met zinnen waarin deze kernwoorden voorkomen. Alles dus op maat (niveau, schrijftempo, ...) van de cursist.
Wanneer het dictee klaar is, gaan beide partners naar het bord en controleren ze of hun dictee juist is. De verantwoordelijkheid bij deze oefening ligt volledig bij de runner. Hij/zij moet ervoor zorgen dat de woorden correct geschreven zijn en indien nodig aanwijzingen geven om ze juist te schrijven (aanwijzingen, niet zelf schrijven !).
Bij een volgende running dictation veranderen de partners ook eens van rol. Een cursist die quasi onverstaanbaar is, zal echter nooit de rol van runner op zich nemen. Op een lesmoment dat er weinig cursisten zijn (feestdag in het land van herkomst van een aantal cursisten, staking bij het openbaar vervoer, ...) kan zo'n cursist dan wel dicteren, maar in dat geval loop ik mee en zal ik zo nodig de woorden herhalen voor de writer.
Wanneer het dictee klaar is, gaan beide partners naar het bord en controleren ze of hun dictee juist is. De verantwoordelijkheid bij deze oefening ligt volledig bij de runner. Hij/zij moet ervoor zorgen dat de woorden correct geschreven zijn en indien nodig aanwijzingen geven om ze juist te schrijven (aanwijzingen, niet zelf schrijven !).
Bij een volgende running dictation veranderen de partners ook eens van rol. Een cursist die quasi onverstaanbaar is, zal echter nooit de rol van runner op zich nemen. Op een lesmoment dat er weinig cursisten zijn (feestdag in het land van herkomst van een aantal cursisten, staking bij het openbaar vervoer, ...) kan zo'n cursist dan wel dicteren, maar in dat geval loop ik mee en zal ik zo nodig de woorden herhalen voor de writer.
|
In het filmpje hiernaast zie je een 5-tal methodieken uit de communicatieve taalmethode.
De eerste methodiek die wordt getoond is "Running dictation". |
Voordelen van running dictation:
De cursisten zijn allemaal zeer actief bezig, ze kunnen ook niet anders. De runners moet het woord lezen (letter-klankkoppeling maken), onthouden, dicteren en controleren. De writers moeten luisteren en schrijven (klank-letterkoppeling maken).
Je werkt werkelijk op maat van de cursist. Iedereen is bezig op zijn/haar niveau. Bij een klassiek dictee zijn er altijd cursisten voor wie het eigenlijk een beetje te gemakkelijk is en andere cursisten voor wie het dan weer veel te moeilijk is. Dit is in principe niet mogelijk bij running dictation, tenzij je aan alle duo's hetzelfde dictee geeft (maar dan ga je wel voorbij aan het doel van running dictation).
Tenslotte vinden de cursisten dit een zeer leuke werkvorm.
Nadelen van deze werkvorm:
Ook al moet je zelf niet dicteren, het is een zeer vermoeiende werkvorm. Sommige runners kunnen het niet laten om toch de pen van de writer te nemen en zelf het woord snel opschrijven. Dat mag dus niet!
Wees er maar van overtuigd dat ze er alles aan doen om toch te 'spieken'. Zo merkte ik tijdens een running dictation telkens een 'geluid' op dat ik niet kon plaatsen. Omdat de groep vrij groot was en er ook een paar writers vooraan in de klas zaten, had ik alle dicteebladen op de achterzijde van het bord gehangen. Om te vermijden dat de runners de pen van de writers zouden nemen, bleef ik telkens bij de writers staan waardoor ik geen zicht had op wat er achter het bord gebeurde. Achteraf bleek dat één van de runners met zijn gsm een foto maakte van elk woord om dit daarna te tonen aan de writer. Net omdat de groep zo groot was, kon hij zijn gsm ongemerkt tonen aan de writer die het woord dan netjes overschreef. En fier dat ze waren omdat ze alles juist hadden :-)
De cursisten zijn allemaal zeer actief bezig, ze kunnen ook niet anders. De runners moet het woord lezen (letter-klankkoppeling maken), onthouden, dicteren en controleren. De writers moeten luisteren en schrijven (klank-letterkoppeling maken).
Je werkt werkelijk op maat van de cursist. Iedereen is bezig op zijn/haar niveau. Bij een klassiek dictee zijn er altijd cursisten voor wie het eigenlijk een beetje te gemakkelijk is en andere cursisten voor wie het dan weer veel te moeilijk is. Dit is in principe niet mogelijk bij running dictation, tenzij je aan alle duo's hetzelfde dictee geeft (maar dan ga je wel voorbij aan het doel van running dictation).
Tenslotte vinden de cursisten dit een zeer leuke werkvorm.
Nadelen van deze werkvorm:
Ook al moet je zelf niet dicteren, het is een zeer vermoeiende werkvorm. Sommige runners kunnen het niet laten om toch de pen van de writer te nemen en zelf het woord snel opschrijven. Dat mag dus niet!
Wees er maar van overtuigd dat ze er alles aan doen om toch te 'spieken'. Zo merkte ik tijdens een running dictation telkens een 'geluid' op dat ik niet kon plaatsen. Omdat de groep vrij groot was en er ook een paar writers vooraan in de klas zaten, had ik alle dicteebladen op de achterzijde van het bord gehangen. Om te vermijden dat de runners de pen van de writers zouden nemen, bleef ik telkens bij de writers staan waardoor ik geen zicht had op wat er achter het bord gebeurde. Achteraf bleek dat één van de runners met zijn gsm een foto maakte van elk woord om dit daarna te tonen aan de writer. Net omdat de groep zo groot was, kon hij zijn gsm ongemerkt tonen aan de writer die het woord dan netjes overschreef. En fier dat ze waren omdat ze alles juist hadden :-)