DILIT-lezen
DILIT-lezen is de equivalent van DILIT-luisteren. De werkwijze is nagenoeg dezelfde als bij DILIT-luisteren, met dat verschil dat de cursisten nu een leestekst moeten lezen, i.p.v. een luistertekst te beluisteren. In tegenstelling tot bij DILIT-luisteren laat ik de tekst hier telkens in het Nederlands bespreken, zodat de cursisten de woorden die ze gelezen hebben ook telkens weer verklanken.
Werkwijze
De cursisten gaan per 2 zitten. Elke cursist krijgt een tekst. Ik stel op mijn 'kookwekker' een afgesproken tijd in. Gedurende deze tijd lezen de cursisten de tekst. Wanneer de tijd verstreken is, geef ik een teken en dan moeten de cursisten hun blad omdraaien en onder hun map steken (dit om te vermijden dat ze tussendoor telkens gaan "piepen". De cursisten bespreken met elkaar wat ze gelezen hebben. Dit gebeurt nog een 2de en een 3de keer.
Daarna wisselen de cursisten van partner. Ze lezen opnieuw de tekst en bespreken ook dan weer (met hun nieuwe partner) wat ze gelezen hebben.
Tijdens de bespreking help ik NIET. Mijn rol is hier gereduceerd tot het geven van instructies (tekst uitdelen, opdracht geven om te lezen, tijd bewaken, tekst laten bespreken, nagaan of niemand het blad met de tekst omdraait om te spieken, laten stoppen met lezen, ..., laten wisselen van partner, lezen, ...)
Deze werkvorm heeft zeer veel voordelen:
De cursisten worden uitgedaagd om zeer actief mee te werken. Ze moeten heel veel strategieën gebruiken om te begrijpen wat ze lezen (woordbetekenissen raden, kennis van de wereld inzetten, voorkennis gebruiken, context invullen, ...).
Doordat de cursisten onderling bespreken wat ze gelezen hebben, komen er automatisch onduidelijkheden (én onenigheden) over datgene wat ze gelezen hebben, naar boven. Daardoor gaan ze in een volgende leesronde sowieso dat stukje tekst gerichter lezen. Op die manier komen de leesvragen als het ware van de cursisten zelf en niet van de leerkracht.
Materiaal
Het leesmateriaal dat je bij DILIT-lezen aanbiedt, moet voldoende 'gespreksstof' bieden.
Werkwijze
De cursisten gaan per 2 zitten. Elke cursist krijgt een tekst. Ik stel op mijn 'kookwekker' een afgesproken tijd in. Gedurende deze tijd lezen de cursisten de tekst. Wanneer de tijd verstreken is, geef ik een teken en dan moeten de cursisten hun blad omdraaien en onder hun map steken (dit om te vermijden dat ze tussendoor telkens gaan "piepen". De cursisten bespreken met elkaar wat ze gelezen hebben. Dit gebeurt nog een 2de en een 3de keer.
Daarna wisselen de cursisten van partner. Ze lezen opnieuw de tekst en bespreken ook dan weer (met hun nieuwe partner) wat ze gelezen hebben.
Tijdens de bespreking help ik NIET. Mijn rol is hier gereduceerd tot het geven van instructies (tekst uitdelen, opdracht geven om te lezen, tijd bewaken, tekst laten bespreken, nagaan of niemand het blad met de tekst omdraait om te spieken, laten stoppen met lezen, ..., laten wisselen van partner, lezen, ...)
Deze werkvorm heeft zeer veel voordelen:
De cursisten worden uitgedaagd om zeer actief mee te werken. Ze moeten heel veel strategieën gebruiken om te begrijpen wat ze lezen (woordbetekenissen raden, kennis van de wereld inzetten, voorkennis gebruiken, context invullen, ...).
Doordat de cursisten onderling bespreken wat ze gelezen hebben, komen er automatisch onduidelijkheden (én onenigheden) over datgene wat ze gelezen hebben, naar boven. Daardoor gaan ze in een volgende leesronde sowieso dat stukje tekst gerichter lezen. Op die manier komen de leesvragen als het ware van de cursisten zelf en niet van de leerkracht.
Materiaal
Het leesmateriaal dat je bij DILIT-lezen aanbiedt, moet voldoende 'gespreksstof' bieden.
Een tekst, zoals het voorbeeld hierboven uit de cursus 7/43 - indiflex, is dus zeker geen aanrader. Er valt nu eenmaal weinig over te vertellen! DILIT-lezen is bijgevolg niet geschikt voor de allereerste niveaus van Alfa 1.1. De cursisten moeten al een zeker aantal letters of klanken kennen voor je een geschikte tekst kan aanbieden.
Ik gebruik vaak de verhalen van de Hodja hiervoor. Die combineer ik dan met opdrachten uit Storytelling. De cursisten vinden dit meestal heel leuk en ze werken graag rond lezen op deze manier! Werken aan leesplezier, weet je nog?
Ook teksten uit de Wablieft of de Wablieft Start zijn zeer geschikt voor deze methodiek. Uiteraard horen bij deze teksten andere opdrachten dan die uit Storytelling. Op de website van Wablieft vind je een handleiding met allerlei geschikte opdrachten en werkvormen bij teksten uit de actualiteit. Neem zeker eens een kijkje, er staan leuke tips in.
Een greep uit de werkvormen die ik gebruik:
Ook teksten uit de Wablieft of de Wablieft Start zijn zeer geschikt voor deze methodiek. Uiteraard horen bij deze teksten andere opdrachten dan die uit Storytelling. Op de website van Wablieft vind je een handleiding met allerlei geschikte opdrachten en werkvormen bij teksten uit de actualiteit. Neem zeker eens een kijkje, er staan leuke tips in.
Een greep uit de werkvormen die ik gebruik:
|
Artikel met een ontbrekende alinea
Kies een artikel uit de Wablieft of de Wablieft Start. Uit dat artikel knip je een alinea weg. Het stuk artikel boven de weggelaten alinea en het stuk artikel eronder kleef je vervolgens op een blad (voldoende witruimte tussen beide stukken laten zodat de cursisten duidelijk zien waar er een alinea ontbreekt) vooraleer je dit werkblad kopieert voor je cursisten. Kleef op een ander blad een 6-tal alinea's uit krantenartikels (waaronder de weggeknipte alinea uit bovenvermeld artikel) en kopieer dit blad ook voor de cursisten. Wil je de oefening iets moeilijker maken, typ dan de alinea's over. Op die manier kunnen de cursisten niet aan de breedte, lay-out, ... afleiden welke alinea thuishoort in het artikel, maar moeten ze louter op de inhoud afgaan. De cursisten lezen eerst de tekst met de ontbrekende alinea (met DILIT-lezen). Pas wanneer ze de tekst volledig begrijpen, laat je hen zoeken naar de ontbrekende alinea op het 2de werkblad. Het spreekt voor zich dat die ontbrekende alinea het begrip van de tekst niet mag in de weg staan. Kies voor een alinea waarop er ingegaan wordt op een detail. Zoniet wordt DILIT-lezen moeilijk. Deze werkvorm is ideaal om te differentiëren. Voorwaarde hiervoor is dat je groepen maakt met 4 cursisten. Bij DILIT-lezen moeten de cursisten immers eerst per 2 de tekst nabespreken en na de laatste leesronde de tekst nog eens nabespreken met een andere leespartner. Je kan nu per groepje kiezen welke alinea je weglaat of uit hoeveel alinea's je hen de ontbrekende alinea laat kiezen. Ik had dit jaar een paar heel sterke cursisten in mijn klas. Aan hen gaf ik soms een blad met 12 alinea's (mét hetzelfde lettertype, even breed, ...), maar dan nog waren ze het snelst klaar. Dan gaf ik hen nog een extra opdracht: ze kregen een blad met een 10-tal samenvattingen van krantenartikels (die hoef je niet altijd zelf te typen, in de Wablieft-krant staan er achteraan vaak zo'n oefeningen - als je verschillende kranten neemt, heb je meteen genoeg samenvattingen, alinea's, ...) en moesten er dan de juiste samenvatting uitkiezen. De zwakste groep daarentegen kreeg enkel een blad met 4 alinea's (met originele breedte, lay-out, ...) waaruit ze moesten kiezen en voor hen was dat echt voldoende.
Artikel met gaten Kies een artikel uit de Wablieft of de Wablieft Start en kopieer het voor de cursisten. Typ vervolgens het artikel over, maar laat woorden weg. Op de plaats van de ontbrekende woorden zet je puntjes zodat de cursisten voldoende plaats hebben om de ontbrekende fouten te schrijven. Kopieer ook dit blad voor de cursisten. De cursisten lezen eerst de originele tekst met DILIT-lezen. Wanneer ze de tekst volledig begrijpen, steken ze hun blad weg en krijgen ze de tekst met gaten. Ze moeten dan de juiste woorden invullen. Ook deze oefening is ideaal om te differentiëren, mits aan de voorwaarde te voldoen dat je werkt met groepjes van 4 cursisten. De sterkste cursisten krijgen dan een tekst met "meer gaten" of de woorden die ik weglaat zijn iets moeilijker. De zwakste cursisten krijgen een tekst met minder gaten en bij elk weggelaten woord laat ik de eerste letter(s) staan wat de oefening natuurlijk een stuk eenvoudiger maakt. Artikel met fouten Kies een artikel uit de Wablieft of de Wablieft Start en kopieer het voor de cursisten. Typ vervolgens het artikel over, maar vervang woorden door andere woorden. Kopieer ook dit blad voor de cursisten. De cursisten lezen eerst de originele tekst met DILIT-lezen. Wanneer ze de tekst volledig begrijpen, steken ze hun blad weg en krijgen ze de tekst met gaten. Ze moeten dan de juiste woorden invullen. Alweer een leuke werkvorm om te differentiëren, mits aan de voorwaarde te voldoen dat je werkt met groepjes van 4 cursisten. De sterkste cursisten krijgen dan een tekst met veel fouten, de zwakste cursisten krijgen een tekst met weinig fouten. Ik onderstreep ook de fouten in hun tekst. Zij moeten de fouten dan niet zoeken, enkel verbeteren. Hierdoor hebben ze meer tijd om de oefening te maken. |